And is it true? And is it true? This most tremendous tale of all, seen in a stain’d-glass windows hue. A baby in an ox’s stall, the maker of the stars and sea become a child on earth for me. And is it true? For if it is, no loving fingers tying strings around those tissued fripperies: the sweet and silly Christmas things, bath salts and inexpensive scent and hideous ties so kindly meant. No love that in a family dwells, no carolling in frosty air, nor all the steeple shaking bells, can with this single truth compare. That God was man in Palestine and lives today in bread and wine. | En is het waar? En is het waar? Dit meest ontzagwekkende van alle verhalen, gezien in een kleurrijk glas-in-lood raam. Een baby in een ossenstal, de schepper van de sterren en de zee, wordt voor mij een mensenkind op aarde. En is het waar? Want als dat zo is, dan kunnen noch liefdevolle vingers die touwtjes binden om die in goudpapier verpakte overbodigheden: noch de lieve en dwaze dingen van Kerstmis, zoals badzout en goedkope geurtjes en de zo goed bedoelde afgrijselijke stropdassen. dan kunnen noch liefde, die in een gezin woont, noch ijle kerstliedjes in ijzige lucht, noch al die beierende torenklokken, worden vergeleken met deze ene waarheid. Dat God mens werd in Palestina en vandaag de dag nog leeft in brood en wijn. |