 |  |
| (koor) We are not alone, we are not alone. We are not alone: God is with us. We are not alone, we are never alone, we are not alone. We are never alone. God is with us, God is with us, ever and ever, we are never alone, are not alone, we are not alone, we are not alone. God is with us. (solist) We are never alone, for God is with us. We, we are never alone, for God is with us. Now, through all our days, always. Forever and ever: we are never alone. And God will make us strong, for God is with us. We, we will press on, for God is with us. Now, through all our days, always. Forever and ever, we are never alone. Our God is with us now! | (koor) Wij zijn niet alleen, wij zijn niet alleen. Wij zijn niet alleen: God is met ons. Wij zijn niet alleen, wij zijn nooit alleen, wij zijn niet alleen. Wij zijn nooit alleen. God is met ons, God is met ons, voor eeuwig en altijd, wij zijn nooit alleen, zijn niet alleen, wij zijn niet alleen, wij zijn niet alleen. God is met ons. (solist) Wij zijn nooit alleen, want God is met ons. Wij, wij zijn nooit alleen, want God is met ons. Nu, gedurende al onze dagen, altijd. Voor eeuwig en altijd: zijn wij nooit alleen. En God zal ons sterken, want God is met ons. Wij, wij zullen volhouden, want God is met ons. Nu, gedurende al onze dagen, altijd. Voor eeuwig en altijd, zijn wij nooit alleen. Onze God is met ons, nu! |